Historie
Schiermonnikoog dankt zijn naam aan de vroegere monniken die gewoond hebben op het eiland. De oudste bewoners van het eiland zijn de broeders van het Cisterciënzer klooster Klaarkamp in Friesland. De monniken droegen grauwe pijen en schier betekend grauw. Oog betekend eiland. In 1580 werd het eiland onteigend en kwam in handen van de Staten van Friesland. In 1638 verkocht men het eiland om financiële redenen. In 1640 kwam er een nieuwe eigenaar. De adelijke familie Stachouwer. De familie Stachouwer bleef 2 eeuwen lang eigenaar van het eiland. Vroeger in de 17e eeuw was er een ander dorp. Het dorp heette Westerburen en bestond uit vier buurten. Door slijtage aan de westkant moest het dorp op een gegeven moment opgegeven worden. Het nu enige dorp op het eiland heeft eerst Nye Dorp geheten maar in 1843 heeft het officieel de naam Schiermonnikoog gekregen. In 1860 werd het eiland verkocht aan J.E. Banck. Deze man heeft veel goeds gedaan voor het eiland. Onder zijn bewind werd er een Zeedijk aangelegd waardoor er een polder ontstond die naar hem vernoemd werd; Bancks polder. Banck verkocht het eiland in 1892 aan Von Bernstorff, een Duitse graaf. Hij liet de bossen op Schiermonnikoog aanplanten. Het eiland was in Duits grondbezit tot de tweede wereldoorlog. Na de oorlog kwam het beheer in handen van de Dienst der Domeinen. Zij beheren nog steeds enige recreatiegebieden. In 1989 werd als laatste het Nationaal Park aangewezen. De natuurgebieden vallen onder het beheer van de Vereniging Natuurmonumenten en Rijkswaterstaat draagt zorg voor de zeeweringen.
Reddingswezen
in 1830 kreeg Schiermonnikoog voor het eerst een reddingsboot, een roeiboot. In 1860 werd het eerste boothuis gebouwd, waar de reddingsboot in bewaard kon worden als ze hem niet nodig hadden. Het boothuis lag centraal in het dorp omdat hij op twee locaties ingezet moest kunnen worden namelijk op de Waddenzee en de Noordzee. Als de bemanning er op uit moest op zee en ze hadden een verdronken drenkeling mee terug genomen dan werd deze begraven in de kooiduinen. Dit werd later de begraafplaats ‘vredenhof’.
Zeevaart
van 1600 tot 1850 werkten de meeste mensen hoofdzakelijk in de visserij en scheepvaart. Een aantal vissersboten gingen er regelmatig op uit om vis te vangen. In de 18e eeuw nam het aantal vissersschepen sterk af. De mensen ging over op iets anders namelijk koopvaardij en de kustvaart, het transporteren van goederen door het gebruik van schepen. Naast de visserij of scheepvaart had iedereen een stukje land. Het land werd gepacht van de familie Stachouwer. Tot 1900 werden de duinen en de gebieden er omheen heel intensief gebruikt voor de landbouw. In de vlakke delen in de buurt van het dorp deed men aan akkerbouw. In de ruwere delen van de vlaktes liep vee en werd hooi geoogst. Uit de duinen plukte men helmgras. Hier werden matten van gemaakt door ze te vlechten. In 1872 kreeg het eiland een zeevaartschool. veel eilandbewoners gingen naar deze school om kapitein of stuurman te worden in de koopvaardij. Ze bleven niet wonen op Schiermonnikoog maar verhuisden naar de grote havensteden zodat ze vlak bij hun werk woonden. De bevolking reduceerde om deze reden van 1000 naar 600 mensen. Het einde van De zeevaartschool kwam in 1934.
Tweede Wereldoorlog
Het eiland Schiermonnikoog is tijdens de oorlog niet betrokken geweest bij zware gevechten. Er is een aantal bunkers gebouwd. Het eiland is wel later bevrijd als de rest van Nederland. Bunker Wassermann is een van de dingen die nog herinnert aan de oorlog. De bunker maakte deel uit van de bunkers bij de operatie Atlantik-wal. Eerst werd het nog als horeca gelegenheid gebruikt maar nu is het alleen een mooi uitzichtspunt. Ook de begraafplaats Vredenhof is nog een herinnering aan de oorlog. De oprichters van de begraafplaats zijn de graaf Von Bernstorff en enige andere eilandbewoners onder wie Sake van der Werff. Hij was de toenmalig hoteleigenaar van Van der Werff. Hij en zijn zoon zijn ook begraven op deze plaats.
Toerisme
In 1887 werd het eerste badhotel gebouwd, Deze werd voor het grootste deel gefinancierd door mr. Banck. Ook kwamen er later pensions, zomerhuisjes en een busdienst op het eiland. In 1866 werd er een badcommissie opgericht die van het eiland een badplaats wilde maken. Het toerisme kwam snel op gang. De badgasten die kwamen waren voornamelijk rijke mensen uit de stad Groningen en het noorden van Duitsland. Veel mensen op het eiland startten hun eigen pension. Op den duur kwamen er niet alleen rijke mensen maar ook mensen die minder te besteden hadden. Zij kwamen naar de pensions. In 1920 werden de eerste echte zomerhuisjes gebouwd. Het eerste badhotel dat Schiermonnikoog bezat werd zoals hierboven genoemd in 1887 gebouwd. Het hotel bezat 60 kamers, baden, en zalen die sfeervol waren ingericht. Op het strand deed men al aan strandstoelen verhuur en er was zelfs een boot die de gasten vervoerde van en naar het strand. Door toedoen van de natuur was het onmogelijk het hotel op de toenmalige locatie te behouden. De zandbanken verschoven langzaam en in 1923 waren er stukken hotel afgebrokkeld de rest van het hotel en de boulevard begaven het in 1925. Het hotel is later wel weer herbouwd verder landinwaarts. Na de tweede wereld oorlog kwamen er vooral dagjesmensen naar het eiland toe. De voorzieningen werden er op aangepast. Restaurants, hotels, vakantieparken en bungalows rezen de grond uit. Zelfs zes van de zeven boeren hebben hun boerderij uitgebreid met extra slaapgelegenheid voor toeristen.